Resultaten
Wij vinden het heel belangrijk dat we goed onderwijs geven. Dat zijn we aan onze kinderen verplicht. We volgen hun ontwikkeling daarom nauwgezet. Maar we willen ons als school ook voortdurend verbeteren. Daarom blijven we kritisch kijken naar de behaalde resultaten en zullen daar waar kan verbeteringen aanbrengen.
Het volgen van de ontwikkeling
De ontwikkeling in de groepen 1 en 2 wordt gevolgd met de leerlijnen voor het Jonge kind van ParnasSys. Op basis van de observaties van de leerkracht wordt de ontwikkeling van elk kind gevolgd. Als een kind in ontwikkeling achterblijft, krijgt het kind extra aandacht in of buiten de groep. De resultaten van deze toetsen worden met ouders besproken tijdens de rapportgesprekken. We streven naar een ononderbroken ontwikkelingsproces, zodat elk kind kennis en vaardigheden kan verwerven die het nodig heeft om een zelfstandig, sociaal en kritisch denkend mens te worden.
In groep 3 tot en met 8 wordt naast methodegebonden toetsen eveneens gebruik gemaakt van de toetsen van Leerling in Beeld. Met behulp van deze toetsen worden twee keer per jaar de vorderingen op het gebied van begrijpend lezen, taal en rekenen getoetst. De resultaten van deze toetsen worden met behulp van een computerprogramma verwerkt en vervolgens besproken door de groepsleerkrachten en de intern begeleider. Voor kinderen die extra hulp nodig hebben, wordt geregistreerd welke hulp nodig is en door wie deze wordt gegeven. De leerkrachten proberen zoveel mogelijk zelf deze hulp in de klas te geven. De ontwikkeling in technisch lezen wordt gevolgd met behulp van de zogenoemde AVI-toets die twee à drie keer per jaar wordt afgenomen. Kinderen die op dit gebied in ontwikkeling achterblijven, krijgen extra leesbegeleiding in of buiten de groep.
In groep 3 tot en met 8 wordt naast methodegebonden toetsen eveneens gebruik gemaakt van de toetsen van Leerling in Beeld. Met behulp van deze toetsen worden twee keer per jaar de vorderingen op het gebied van begrijpend lezen, taal en rekenen getoetst. De resultaten van deze toetsen worden met behulp van een computerprogramma verwerkt en vervolgens besproken door de groepsleerkrachten en de intern begeleider. Voor kinderen die extra hulp nodig hebben, wordt geregistreerd welke hulp nodig is en door wie deze wordt gegeven. De leerkrachten proberen zoveel mogelijk zelf deze hulp in de klas te geven. De ontwikkeling in technisch lezen wordt gevolgd met behulp van de zogenoemde AVI-toets die twee à drie keer per jaar wordt afgenomen. Kinderen die op dit gebied in ontwikkeling achterblijven, krijgen extra leesbegeleiding in of buiten de groep.
Groep 7
In groep 7 wordt in juni de eindtoets van Leerling in Beeld afgenomen. De resultaten van deze toets bieden de leerkracht waardevol inzicht in het niveau en de ondersteuningsbehoeften van de leerling aan het begin van groep 8. De uitkomsten worden in juni met de leerkrachten van groep 7, de nieuwe leerkracht van groep 8, ouders en leerling besproken. Op basis hiervan krijgen zij een eerste indicatie van het type voortgezet onderwijs dat mogelijk passend is voor hun kind. Daarnaast levert de toets een voorlopige schooladviesindicatie op. De opbrengsten worden tevens geanalyseerd op schoolniveau en kunnen aanleiding geven tot bijstelling van het onderwijsbeleid.Schooladviestraject groep 8
De resultaten van de toetsen van Leerling in Beeld en methodegebonden toetsen worden in het Leerlingvolgsysteem (LOVS) vastgelegd en geanalyseerd. Op deze wijze hebben we na acht jaar onderwijs een goed beeld van de leerling.
Het advies is gebaseerd op de resultaten behaald gedurende de hele schoolloopbaan en de werkhouding en het gedrag van het kind.
Het advies is gebaseerd op de resultaten behaald gedurende de hele schoolloopbaan en de werkhouding en het gedrag van het kind.
Hieronder staan de stappen die genomen worden om ouders/verzorgers en kinderen voor te bereiden op een passende schoolkeuze:
- In het najaar organiseert de school een informatieavond voor ouders/verzorgers en leerlingen, waarin het schooladviestraject en de overstap naar het voortgezet onderwijs worden toegelicht.
- In november bespreekt de school de voortgang van de leerling met ouders en de leerling zelf, op basis van de resultaten uit het leerlingvolgsysteem en overige relevante kenmerken, zoals werkhouding, motivatie en eventuele sociaal-emotionele factoren.
- Uiterlijk op 31 januari ontvangen ouders en leerling het definitief schooladvies.
- In de eerste helft van februari maken alle leerlingen de landelijke Doorstroomtoets.
- Indien de uitslag van de Doorstroomtoets hoger is dan het gegeven voorlopig advies, overweegt de school een heroverweging van het advies.
- Ouders kiezen samen met hun kind een passende school voor voortgezet onderwijs en leveren het aanmeldformulier tijdig in bij de basisschool.
- De basisschool stelt een onderwijskundig rapport (OKR) op, waarin de ontwikkeling, capaciteiten en onderwijsbehoeften van de leerling worden beschreven. Dit rapport wordt ondertekend door de ouders.
- De middelbare school beoordeelt de aanmelding op basis van het advies en het onderwijskundig rapport. Indien passend, bevestigt het voortgezet onderwijs de toelating.
In groep 8 maken alle leerlingen in Nederland een doorstroomtoets. Deze landelijke toets wordt begin februari afgenomen en geeft een objectieve aanvulling op het schooladvies. De toets meet kennis en vaardigheden op het gebied van taal en rekenen en geeft daarnaast een indicatie van het best passende niveau binnen het voortgezet onderwijs. De uitslag wordt vergeleken met het eerder gegeven voorlopige schooladvies en kan aanleiding zijn voor een heroverweging. De school gebruikt de Doorstroomtoets van Cito (Leerling in Beeld). De toetsresultaten worden gedeeld met ouders en leerlingen en worden meegenomen in het onderwijskundig rapport dat meegaat naar de middelbare school.
Uitsluiting van deelname
In uitzonderlijke gevallen kan een leerling worden uitgesloten van deelname aan de doorstroomtoets. Dit gebeurt uitsluitend als:
Uitsluiting van deelname
- De leerling naar verwachting niet in staat is de toets te maken vanwege een zeer ernstig verstandelijk of meervoudig meervoudige beperking, wat blijkt uit medische en/of orthopedagogische diagnostiek.
- Er sprake is van een zeer lage cognitieve belastbaarheid (bijv. bij leerlingen in het speciaal onderwijs of met een IQ lager dan 70), waardoor toetsafname niet verantwoord is
- De leerling kort vóór de toets langdurig ziek is of andere omstandigheden kent die deelname ernstig belemmeren.
Uitsluiting gebeurt altijd zorgvuldig en gemotiveerd, in samenspraak met ouders en, indien relevant, externe deskundigen. De beslissing wordt schriftelijk vastgelegd in het leerlingdossier. Let op: ook wanneer een leerling is uitgesloten van deelname aan de doorstroomtoets, is het geven van een onderbouwd schooladvies door de basisschool verplicht.
Toelating en plaatsing VO
Toelating tot de brugklas gebeurt op basis van het advies van de basisschool. De school kijkt onder andere naar:
- aanleg en talenten van de leerling;
- leerprestaties;
- de ontwikkeling tijdens de hele basis-schoolperiode;
- concentratie, motivatie en doorzettingsvermogen van de leerling.
Op grond van al deze gegevens en de deskundigheid van de leerkrachten wordt het schriftelijke advies vóór 1 maart opgesteld. De eindverantwoordelijkheid voor dit advies ligt bij de directeur van de school. Voor de toelating tot het voortgezet onderwijs is het schoolkeuzeadvies van de directeur van de basisschool, zoals dat in het onderwijskundig rapport met de ouders is besproken, van doorslaggevend belang.
De basisschool kan een schooladvies voor 1 schooltype of voor 2 schooltypes geven. Dus bijvoorbeeld een havo-advies of een vmbo-tl/havo-advies. Een schooladvies voor 3 of meer schooltypes is niet toegestaan. Middelbare scholen mogen niet van basisscholen vragen om alleen schooladviezen voor 1 schooltype te geven. Vanaf 2015 nemen we de verplichte eindtoets in april af. Maar we geven al vóór 1 maart het schooladvies.
Middelbare scholen laten leerlingen op basis van dit schooladvies toe tot een van de schooltypen in het voortgezet onderwijs. Als een leerling de eindtoets beter maakt dan verwacht, moeten we het schooladvies heroverwegen. We kunnen er in dat geval in overleg met u en uw kind voor kiezen het schooladvies aan te passen. Is het resultaat minder goed dan verwacht? Dan passen we het schooladvies niet aan. Leerlingen krijgen dan de kans om in het voortgezet onderwijs te laten zien dat ze het geadviseerde schooltype aan kunnen.
Indicatiestellingen voor leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) of praktijkonderwijs (PRO) staan los van het schooladvies. We kunnen dus niet via het schooladvies bepalen of een leerling in aanmerking komt voor lwoo of pro. We kunnen bijvoorbeeld het schooladvies 'vmbo met lwoo' geven. Het deel 'met lwoo' is dan geen onderdeel van het schooladvies. Het geeft alleen aan dat de school verwacht dat de leerling lwoo nodig heeft op het vmbo.
Middelbare scholen laten leerlingen op basis van dit schooladvies toe tot een van de schooltypen in het voortgezet onderwijs. Als een leerling de eindtoets beter maakt dan verwacht, moeten we het schooladvies heroverwegen. We kunnen er in dat geval in overleg met u en uw kind voor kiezen het schooladvies aan te passen. Is het resultaat minder goed dan verwacht? Dan passen we het schooladvies niet aan. Leerlingen krijgen dan de kans om in het voortgezet onderwijs te laten zien dat ze het geadviseerde schooltype aan kunnen.
Indicatiestellingen voor leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) of praktijkonderwijs (PRO) staan los van het schooladvies. We kunnen dus niet via het schooladvies bepalen of een leerling in aanmerking komt voor lwoo of pro. We kunnen bijvoorbeeld het schooladvies 'vmbo met lwoo' geven. Het deel 'met lwoo' is dan geen onderdeel van het schooladvies. Het geeft alleen aan dat de school verwacht dat de leerling lwoo nodig heeft op het vmbo.
Opbrengsten Eindtoets 2020-2023 / Doorstroomtoets 2023-2025
De prestaties van onze leerlingen liggen over het algemeen op een bovengemiddeld niveau in verhouding tot andere scholen met een vergelijkbare populatie (leerlingen met een vergelijkbare achtergrond, zoals bijv. tweetaligheid thuis).De gemiddelde gewogen opbrengsten van de afgelopen jaren zijn als volgt:
| Doorstroomtoets LIB | An Noer | Landelijk gemiddelde |
| 2024-2025 | 169,1 | 176,0 |
| 2023-2024 | 180,3 | 176,0 |
| Eindtoets | ||
| 2022-2023 | 532,6 | 534,9 |
| 2021-2022 | 538,2 | 534,8 |
| 2020-2021 | 534,0 | 535,0 |
Referentieniveaus
De Inspectie van het Onderwijs controleert of het onderwijs op scholen van voldoende niveau is.De eindtoetsresultaten van de leerlingen spelen een belangrijke rol bij deze controle.
Vanaf 1 augustus 2020 gebruikt de inspectie referentieniveaus om te bepalen of een school voldoende of onvoldoende presteert.
Wat zijn referentieniveaus?
Een eindtoets meet voor de onderdelen Nederlandse taal en rekenen:
• Hoeveel procent van de leerlingen met de eindtoets het basisniveau heeft gehaald (dit wordt
ook wel het fundamentele niveau genoemd).
• Hoeveel procent van de leerlingen met de eindtoets het streefniveau heeft gehaald. Dit is een
hoger niveau dat de leerlingen kunnen behalen.
Het fundamentele niveau (basisniveau) en het streefniveau (hogere niveau) worden ook wel de 'referentieniveaus' genoemd. Ze zeggen dus welk niveau de leerlingen op de school hebben gehaald op de gebieden taal en rekenen. Om te kijken of de school voldoende of onvoldoende heeft gescoord, worden ze vergeleken met signaleringswaarden van de Inspectie van het Onderwijs.
Wat zijn signaleringswaarden?
Hoeveel procent de school minimaal moet halen op de beide niveaus ligt vooraf vast. Deze
percentages worden namelijk door de Inspectie van het Onderwijs bepaald. Als de school minder
goed scoort dan deze vastgestelde, minimale waarde, kan het een signaal zijn dat er misschien iets niet goed gaat op de school. Daarom worden deze minimale scores 'signaleringswaarden' genoemd.
Wanneer het percentage leerlingen op de school voor zowel het fundamentele niveau als het
streefniveau op of boven de signaleringswaarden liggen, zijn de resultaten in dat schooljaar
voldoende. Dit geldt uiteraard voor onze school.
De signaleringswaarde voor 1F is door de onderwijsinspectie vastgesteld op 85%. Onze leerlingen hebben een percentage van 93,7% behaald. Dit is tevens boven onze eigen vastgestelde schoolnorm van 95%.
Voor 1S/ 2F is de signaleringswaarde 36,3%. Onze score is 61,0%.
Ook voor dit referentieniveau scoren we iets boven onze schoolnorm en boven de landelijke norm van 49,5%.
Bijstellen advies
Na het afnemen van de Doorstroomtoets analyseren we de resultaten. Als wij denken dat het hogere advies
passender is voor de leerling, passen wij het definitieve advies naar boven aan.
In het schooljaar 2024-2025 hebben wij bij 3 leerlingen het advies verhoogd.
Dit zijn over het algemeen kleine verschillen, bijvoorbeeld van havo/vwo naar een vwo-advies.
Ons gegeven definitieve advies wordt nooit naar beneden bijgesteld.
Kengetallen 1F, 1S en 2F
| 1F landelijk 93,8% 3-jrs |
1F behaald 93,7% 3-jrs |
Signaleringswaarde 85% |
Eigen schoolnorm eindresultaat 95% |
| 1S/2F landelijk 49,5% 3-jrs |
1S/2F behaald 61% 3-jrs |
Signaleringswaarde 36,3% |
Schoolnorm eindresultaat 57% |
Uitstroom groep 8 naar VO
| 2020-2021 | 2021-2022 | 2022-2023 | 2023-2024 | 2024-2025 | |
| VWO | 15% | 15% | 3% | 11% | 4% |
| HAVO/VWO | 12% | 20% | 14% | 27% | 8% |
| HAVO | 15% | 25% | 6% | 24% | - |
| VMBO T/HAVO | 18% | 15% | 19% | 11% | 23% |
| VMBO TL | 18% | 10% | 19% | 2% | - |
| VMBO GEMENGD | 2% | 5% | 3% | 2% | - |
| VMBO KADER/TL | 18% | - | 10% | - | 31% |
| VMBO KADER | - | - | 9% | 13% | - |
| VMBO BASIS/KADER | - | 5% | 6% | 2% | 31% |
| VMBO BASIS | 2% | 5% | 9% | 7% | 4% |



